Cliché,
cliché, maar wat vliegt de tijd! Zijn de jongens net gewend aan de vakantie,
begint het nieuwe schooljaar alweer. Voor kinderen met autisme verloopt die
overgang niet altijd even soepel. Een schooldag is voor hen vaak één lang
stressparcours vol uitdagingen en valkuilen.
Zo kost het veel kinderen met ASS
moeite om de hele dag stil te blijven zitten, vinden oudere leerlingen het vaak
lastig om duidelijke aantekeningen te maken of om huiswerk correct te noteren,
terwijl de kleintjes ertegenop zien om deel te nemen aan een kringgesprek of om
het speelkwartier zonder kleerscheuren door te komen. Bij onze jongens is dat
niet anders. Als Storm en Diesel uit school komen, zit hun hoofd zo vol dat
zelfs de simpele vraag of ze iets willen drinken ervoor kan zorgen dat de vlam
in de pan slaat.
In de loop der jaren hebben we gelukkig
geleerd hoe we iets van die schooldagstress weg kunnen nemen. De belangrijkste
tip - die misschien een open deur lijkt, maar toch niet altijd vanzelfsprekend
blijkt - is zorgen voor een goed contact met school. Korte lijntjes tussen
ouders en school zijn altijd belangrijk, maar als je een kind hebt met ASS geldt
dit helemaal. Sommige ouders kiezen ervoor om school niet op de hoogte te
stellen van de diagnose van hun kind. Ze willen hun kind graag het ‘etiket’
besparen en doen net alsof er niets aan de hand is. Hierdoor maak je het je
kind – en school – echter onnodig lastig.
Een groot deel van een kinderleven speelt zich af op
school, waar veel van de cognitieve en sociale vaardigheden van een kind
gevraagd wordt. Als je kind niet goed in zijn vel zit, omdat het al zijn
energie nodig heeft om zich staande te houden in de sociale schooljungle, komt
het niet aan leren toe. Juist daarom is het belangrijk dat de leerkrachten
op de hoogte zijn van de problemen waar jouw kind tegenaan loopt. Wij maken regelmatig
een praatje met de juf of meester om te horen hoe het gaat op school. En als er
in het weekend of ’s avonds iets is gebeurd waardoor Storm of Diesel van streek is, sturen we een mailtje, zodat school rekening kan houden
met eventuele buien. Dat helpt om de stress binnen de perken te houden.
Wat ook helpt is dat de school duidelijkheid
en structuur aanbrengt in de dag. Zo werken ze op de scholen van de jongens met een
dagplanning: op het bord staat wat de kinderen die dag allemaal gaan doen. Die
voorspelbaarheid zorgt voor rust. Ook houden ze rekening met het temperament
van de leerlingen bij het indelen van de klas. Zo zit Diesel achterin. Daar kan hij
af en toe even zijn benen strekken als de kriebels hem te veel worden, zonder
andere kinderen te hinderen. Maar niet elk kind is hetzelfde. Diesel vindt het
prettig om achterin te zitten, terwijl een ander kind misschien liever dicht
bij de juf wil zijn om zich veilig te voelen. Het is goed om samen met
school te bespreken wat jouw kind helpt. Korte lijntjes dus.
Verder heb ik gemerkt hoe hard onze
jongens ‘leeglooptijd’ nodig hebben. Een schooldag vergt enorm veel van hun
zenuwen. Als Storm en Diesel uit school komen, zijn het net twee opgewonden
veren die door de kleinste prikkel als een ongeleid projectiel door de kamer schieten.
De jongens moeten echt afschakelen en vaste rituelen helpen daarbij. Zo vraag ik standaard
‘Hoe was het op school?’ als ze binnenkomen, waarop Diesel en Storm steevast
antwoorden ‘goed’, zonder in details te treden. Dat is onze formule waarmee we
eigenlijk zeggen: fijn dat je er weer bent.
Vervolgens mogen ze
op de computer een spelletje doen. Die schermtijd hebben ze nodig om af te schakelen.
Zoals Storm zegt: ‘Computers begrijp ik tenminste.’ In tegenstelling tot de
onvoorspelbare mensen waar een schooldag vol mee zit dus. Voor onze jongens werkt
schermtijd om af te schakelen, andere kinderen lezen misschien liever een boek
of willen naar buiten om de prikkels eruit te rennen. Dat is allemaal prima. Kijk gewoon wat jouw kind nodig heeft om zijn hoofd leeg te maken, dan kan het daarna
opgefrist de rest van de dag tegemoet.