Voor ik moeder werd, had ik me voorgenomen dat mijn
kinderen later gewoon zouden eten wat de pot schaft. Geen getut met speciale
hapjes en lijstjes met dingen die ze niet hoefden te eten. Van dit voornemen is
weinig terechtgekomen.
Als baby ging het nog goed, de jongens hadden hun fles
altijd zo leeg. Broodmaaltijden vormden ook geen probleem, boterhammen eten ze
nog steeds graag en veel. Het gedoe begon pas toen de heren met de pot mee
moesten eten. Vanaf dat moment werd de warme maaltijd een dagelijkse
strijd.
Gekookte aardappelen gaan er wel in, zeker met een pot
appelmoes erbij, vlees vinden de carnivoren heerlijk, maar groenten zijn een
drama, op een paar uitzonderingen na. Zo lust Storm wel boontjes en broccoli,
maar steigert hij bij spruitjes en bladgroenten. Bliksem eet wel rauwkost zoals
paprika en wortel, maar weigert warme groente, met uitzondering van bloemkool
en een enkel spruitje. En dat laatste alleen onder zwaar protest.
Nu zijn er wel meer kinderen die niet van groente houden, maar de 'lust-ik-niet'-lijst van de jongens is een stuk langer: zo hebben ze ook moeite met pasta, rijst, noodles, wraps, salades, soep, quiche, omelet, tortilla's, noem maar op. Eigenlijk met alles wat niet agv (aardappelen-groente-vlees) of ppp (patat-pizza-pannenkoek) is. Best lastig om dan een gevarieerde, gezonde maaltijd samen te stellen.
Ik vond het maar vreemd dat de kinderen zo kieskeurig
waren, want hun vader en ik zijn allebei meer dan enthousiaste eters. Het
duurde een tijd voor er een lampje ging branden. Voor ik me realiseerde dat de
reden waarom de jongens zo veel moeite hebben met bepaalde voedingsmiddelen, de
structuur van het eten is.
STRUCTUUR
Problemen met de structuur van voedingsmiddelen is
iets wat vaker voorkomt bij kinderen met ASS. Sommige kinderen kunnen
bijvoorbeeld alleen vloeibaar eten verdragen zoals vla of yoghurt, terwijl
anderen juist alleen stukjes willen. Bij onze jongens is die afkeer voor een
bepaalde structuur gelukkig niet heel sterk aanwezig, maar het speelt wel
degelijk mee.
Zo gruwelt Bliksem van papperig eten, die moet ergens
zijn tanden in kunnen zetten. Daarom houdt hij ook zo van rauwkost. Storm heeft
problemen met draderig eten, dat krijgt hij niet weg. Sudderlapjes vindt
hij vreselijk en hij zal nooit salami of spek op zijn brood doen, want dan
kauwt hij drie uur later nog.
Ik let tegenwoordig daarom niet alleen op wat ik kook,
maar ook op de structuur van het eten. Als ik bijvoorbeeld hutspot maak, houd
ik voor Bliksem wat rauwe wortelen apart. Want rauw eet hij ze wel. Toegegeven,
het is wat meer werk, maar het resultaat is minder stress aan tafel. En dat is
veel waard.
SUCCESNUMMERS
Verder zijn nieuwe dingen vaak een struikelblok voor
kinderen met ASS, ook op het gebied van eten. Nieuwe recepten uitproberen
doe ik dus niet zo vaak, ik val meestal terug op ‘gouwe ouwe’. In de
keuken bewaar ik een mapje met een stuk of tien succesnummers waar ik altijd op
terug kan vallen. Handig op drukke dagen of als ik niet weet wat ik nu weer
moet koken.
Jammer is wel dat de dingen die de jongens lekker
vinden, niet per se mijn favoriete recepten zijn. De kinderen eten het liefst
aardappelen, groente en vlees (met appelmoes als groente...). Manlief en ik zijn gek op Italiaanse
gerechten als lasagne, maar daar maak ik de jongens niet blij mee: Diesel
vanwege het hoge prutgehalte en Storm omdat de gesmolten mozzarella blijft
plakken aan zijn gehemelte.
Nu vind ik het belangrijk dat de jongens goed eten,
maar ik wil ook graag dingen maken die ik zelf lust. Daarom wissel ik het
tegenwoordig af: de ene dag kook ik een gerecht dat ik zelf graag eet en de
volgende dag maak ik iets wat de jongens lekker vinden - geen garantie
overigens dat ze het ook echt eten, want voorkeuren kunnen zonder enige
aanleiding plotseling wijzigen, zodat een lievelingsgerecht in één dag tijd kan
veranderen in iets waar ze hun neus voor ophalen, maar dan hebben ze gewoon
pech gehad.
Als ik iets maak waarvan ik weet dat de jongens het niet graag lusten, geef ik hen voor de maaltijd wat komkommer, wortel of paprika, dan hebben ze die vitaminen ongemerkt toch binnen. Of ik maak een smoothie van fruit, waar ze gelukkig wel dol op zijn. Over het algemeen redden we het zo prima.
RELAX
Het belangrijkste verschil met vroeger is dat ik me nu
niet meer zo druk maak om het eten. Als ik namelijk een ding heb geleerd, dan
is het wel dat mijn stress direct over slaat op de kinderen en er vervolgens in
het kwadraat bij hen uitspuit. Mijn motto is tegenwoordig: als het niet gaat
zoals het moet (of zoals het volgens het Voedingscentrum zou moeten), dan moet
het maar zoals het gaat. Ontspanning is het beste ingrediënt van iedere
maaltijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten