ASS = informatieverwerkingsstoornis

ASS is in de eerste plaats een stoornis in de verwerking van de prikkels die binnenkomen via de zintuigen. Daar hebben we er vijf van: zicht, gehoor, tast, smaak en reuk. Via de zintuigen ontvangen we de hele dag door onafgebroken informatie, of prikkels - ASS wordt daarom ook wel een prikkelverwerkingsstoornis genoemd - veelal zonder dat we het zelf in de gaten hebben.

Deze prikkels worden via de zenuwen doorgestuurd naar de hersens, waar ze op wonderbaarlijke wijze worden omgezet in informatie waar we wat mee kunnen. Het komt bijvoorbeeld door deze samenwerking tussen hersens en zintuigen dat we kunnen genieten van de smaak van een smeltende bonbon in onze mond, of dat we beginnen te rillen als we in de winter zonder jas naar buiten lopen.

Bij mensen met autisme verloopt dit proces verstoord, al geldt dit niet voor iedereen op dezelfde manier, bij dezelfde zintuigen en in dezelfde mate. Soms komen de prikkels verzwakt binnen en soms juist versterkt. Zo hebben sommige mensen met autisme bijvoorbeeld zoveel last van de eetgeluiden van hun tafelgenoten dat ze er
kokhalsneigingen van krijgen. Ook kunnen ze vaak niet tegen harde geluiden, zoals een stofzuiger of een boor. Tenzij ze dat geluid zelf veroorzaken, dan hebben ze er vaak geen problemen mee.

Andere autisten zijn ontzettend gevoelig voor aanrakingen. Sommigen kunnen niet tegen harde aanrakingen, anderen juist niet tegen zachte. Voor sommige autistische mensen voelt een lichte streling over de huid alsof iemand met een vijl over hun vel raspt, terwijl anderen huiveren als ze de naad van hun kleren op de blote huid voelen schuren.

Veel autisten zijn visueel overgevoelig, zij hebben een ontzettend goed oog voor detail. Het zien van de samenhang tussen al die details vinden ze dan vaak weer een stuk lastiger. Dit vermogen om losse informatiestukjes samen te puzzelen tot een betekenisvol geheel noemen we Centrale Coherentie.

Zo zullen de meeste mensen in een oogopslag zien dat ze zich in een klaslokaal bevinden zodra ze een voet over de drempel zetten. In een fractie van een seconde nemen ze alle details waar -zoals een bord met Franse woorden erop geschreven, stoelen en tafels in rijen opgesteld- en voegen die meteen samen tot de oplossing. Dat gaat zo snel dat ze niet eens beseffen dat ze deze details tot een geheel gepuzzeld hebben.

Mensen met autisme hebben hier meer moeite mee; die vinden het lastig om alle details logisch samen te smeden. Als iemand met ASS een klaslokaal binnenstapt, kan het wat langer duren eer hij beseft waar hij is. Eerst neemt hij alle details los waar: hij registreert het bord met Franse woorden, daarna ziet hij misschien dat van de voorste rijen tafeltjes de dopjes van de poten missen, vervolgens merkt hij op dat twee van de drie ramen open staan, en dat de lampen aan het plafond knipperen. Al deze informatie komt bij iemand met ASS als losse fragmenten binnen.

Vervolgens moet hij al die stukjes bij elkaar puzzelen tot hij de oplossing heeft gevonden en hij weet waar hij zich bevindt. Dat kost tijd. Zeker omdat iemand met een autismespectrumstoornis de ruis niet zo goed weg kan filteren. Een ASS’er registreert irrelevante informatie, zoals de kapotte lampen of de openstaande ramen, net zo intens als essentiële puzzelstukjes zoals het bord. Daarom is het belangrijk dat we hen voldoende tijd geven om de samenhang te vinden tussen al die verschillende elementen, zodat ook zij de puzzel op kunnen lossen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten